Vandaag is de Zweedse schrijver Henning Mankell overleden aan longkanker. Hij werd 67 jaar.
In mijn hoedanigheid als thrillerrecensent voor De Telegraaf heb ik Henning Mankell drie keer mogen spreken. Twee keer in Nederland waar de schrijver een beetje verveeld, onderuit gezakt in een stoel zijn verhaal deed. Praten met de pers was duidelijk niet zijn meest geliefde tijdsbesteding. De derde keer ontmoette ik hem in Göteborg, in 2010.
Aanleiding voor het interview was het verschijnen van De gekwelde man in Nederland, het laatste boek in de Wallander-reeks. Toen ik mijn blok dichtklapte en verklaarde dat ik genoeg had voor een mooi verhaal ontspande Mankell zichtbaar. Hij begon te vertellen over de keer dat hij als jonge zeeman passagierde in Amsterdam. Hij had door de stad gelopen en was een willekeurige gelegenheid binnen gelopen. Er trad een zangeres op die hem boeide door haar rauwe stem en dito teksten. Later kwam hij erachter wie hij eigenlijk had horen zingen: Janis Joplin.
In de lounge van zijn favoriete hotel zat hij met een biertje voor een enorm raam. Het was zaterdag en in de winkelstraat was veel publiek op de been. Regelmatig keken er mensen naar binnen met een blik van herkenning, want Henning Mankell was een bekende verschijning in eigen land. Waar wij hem voornamelijk kennen van zijn detectiveromans, was hij in eigen land een gezien theatermaker en regisseur en politiek activist. Ook richtte hij een theater in Maputo (Mozambique) op.
Toch zal de wereld Henning Mankell het meest herinneren door zijn thrillers. De prachtige boeken met Kurt Wallander in de hoofdrol. Met deze reeks legde hij een verbinding tussen Sjöwall en Wahlöö, Zweedse thrillerschrijvers van het eerste uur, en de moderne tijd. Maatschappijkritisch zonder te drammen, literair maar wel toegankelijk.
In De gekwelde man koos Mankell ervoor om Wallander van het toneel te laten verdwijnen vanwege Alzheimer. Met dit wrede lot van zijn protagonist dwong de schrijver zichzelf zijn grootste angst onder ogen te zien.
Die is in ieder geval geen bewaarheid geworden.
(Het verhaal dat ik destijds schreef is terug te vinden onder het kopje ‘Interviews’.)